Iets wat ik nog heel graag wilde doen in Azië, maar niet zo goed durfde, was praten met een monk. Op mijn laatste dagje in Luang Prabang besloot ik de Phu Si hill op te lopen en daar zat iemand in een oranje gewaad en een engels studie boekje. Ik stond naast hem wat foto’s te maken van het uitzicht toen hij vroeg of ik wist wat ‘of course’ betekende.
Zijn naam sprak je uit als Tjansai, hij was 19 jaar en al sinds zijn 12e een novice. Elke jongen kan een novice worden, maar een novice kan vanaf zijn twintigste pas een monk worden. Ik vroeg hem waarom hij had besloten een novice te worden en terwijl ik een spiritueel antwoord verwachtte, vertelde hij dat zijn ouders waren overleden en hij, zijn broertje en zusje niet veel geld hadden. Via deze manier kon hij toch een studie volgen. Zijn 10 jarige broertje zou zich binnenkort ook bij hem aansluiten. Dit was een kant die ik nog nooit had gehoord of overwogen. Best heftig als je nog veel jongere jongens ziet, die misschien wel in dezelfde situatie zitten. We praten nog wat over het leven en andere engelse woordjes, voor ik verder de Phu Si hill opklim en meteen met andere ogen kijk naar alle jongens gekleed in oranje.